Laatst sprak ik een leidinggevende in de hulpverlening die me verraste. Niet met grootse visies of managementtaal, maar met wat ze niet meer deed. Geen bila’s meer. Geen sturende gesprekken. Geen klassieke ‘leiderschapsinstrumenten’.
“Want,” zei ze, “ik wil geen leider zijn die leidt. Ik wil begeleiden. Mensen de ruimte geven om hun werk echt van henzelf te maken. En bila’s? Die doen vaak meer kwaad dan goed.”
Intrigerend? Absoluut. Onverantwoord? Allesbehalve.
Bila’s en de schaduwzijde van goede bedoelingen
Veel leidinggevenden zien bila’s als hét moment om betrokkenheid te tonen. En ja, dat lijkt veilig. Een-op-een, vertrouwelijk, een luisterend oor. Maar zoals deze leidinggevende scherp zei: “In praktijk worden het vaak uitlaatkleppen. Medewerkers spuien frustraties, maar er verandert niks. Ondertussen ontstaan er eilandjes, verborgen allianties en een hoop onderstroom.”
Ze had gelijk. Ik zie het als coach vaker: hoe goedbedoelde gespreksroutines een voedingsbodem worden voor roddelcultuur. Waar conflicten niet in het team worden opgelost, maar verplaatst naar veilige hokjes met dichte deuren.
Niet leiden, wel begeleiden
Wat deze leidinggevende deed, was niet ‘loslaten’ – het was bewust begeleiden. Ze schoof de controle niet opzij uit gemak, maar uit vertrouwen. Ze bouwde aan een werkomgeving waarin mensen zich eigenaar voelen van hun werk.
Geen standaard evaluatiegesprek, maar dagelijkse ruimte voor initiatief. Geen complimentjes op afspraak, maar waardering in de praktijk. Geen zachte kussentjes, maar duidelijke verwachtingen.
Want dat zei ze ook: “Ik verwacht wél resultaat. We werken met mensen die ons nodig hebben. Dat betekent dat je je vak verstaat, dat je bijdraagt, en dat je verantwoordelijkheid neemt. Maar hóe je dat doet? Dat mag je zelf bepalen. Zolang het werkt.”
De moed om terug te stappen
Wat mij als coach trof, was de moed die dit vraagt. Niet iedereen durft als leidinggevende te zeggen: “Ik weet het ook niet altijd.” Of: “Ik hoef jou niet bij de hand te houden.” Want dit is niet de makkelijkste weg. Het is de volwassen weg. Vol vertrouwen, met strakke grenzen én veel ruimte.
Ze zei het prachtig:
“Soms is de krachtigste vorm van leiden: een stap terug doen.”
Ik had het zelf niet beter kunnen verwoorden.